Onuitstaanbaar vond ik hem. Mijn collega die na het begaan van een fout steevast een achteloos wegwerpgebaar maakte, koffie haalde en zonder spier-vertrekking vrolijk verder ging met stapels verschuiven op zijn bureau. Hij zong er zelfs bij. Walgelijk. Zero verantwoordelijkheid en betrokkenheid. Dat vond ik ervan. Stiekem was ik jaloers op hem. Ik vroeg me af hoe hij dat voor elkaar kreeg. Maar meer nog waarom die deken van nonchalance mij niet paste. Hoe kwam het toch, dat zodra ik een fout maakte, mijn hele lijf in de verkramping schoot. Geslagen en getergd door paniekscheuten en het gevreesde faal-gif. Op dat soort momenten was mijn ratio met de noorderzon vertrokken. Je zou toch denken dat één fout in relatie tot alle andere prestaties niet zoveel kwaad kan. Maar, nee hoor, al mijn eerdere successen, kwaliteiten en vaardigheden werden verpulverd door dat akelige gevoel van falen. De ellende stroomde uit mijn poriën. Ik was de belichaming geworden van De Fout.
Later ontdekte ik, na het invullen van een vragenlijstje tijdens een training, dat mijn “perfectionist” onaangenaam hoog scoorde. Ik zat mezelf dus behoorlijk in de weg. Gelukkig was de redding nabij. Want daar kon aan gewerkt worden zei de trainer stralend. Toen ik mijn huiswerkopdracht voor de komende twee weken zag, brak het zweet me letterlijk uit. De bedoeling was a) dat ik elke dag drie fouten zou maken en b) dat ik me daar relaxed bij zou gaan voelen. Vol ongeloof heb ik naar het briefje zitten staren. Dat kon hij niet van me vragen, dacht ik nog. Het duurde even voordat ik besefte en accepteerde dat ik iets groots en noodzakelijks van mezelf ging vragen.
De opdracht heb ik samen met een collega ginnegappend een eigen invulling gegeven. We maakten er een experiment van. Expres fouten maken ging me echt te ver. We spraken af dat we onze echte fouten gingen belonen. En dus, zodra één van ons een fout maakte, knipte de ander een klein vierkantje uit een post-it. Tekende er een smiley op en plakte die vervolgens in het zicht op de zijkant van het beeldscherm. Het zindelijkheidstraining principe voor peuters omgebouwd naar de kantoorvariant. Het ondenkbare gebeurde. Ook hier werkte het belonen met een smiley stickertje als een tierelier. Zodra ik vergeten was een parkeerplaats voor mijn bezoek te reserveren of iemand niet op tijd had teruggebeld, overstemde de blijdschap van mijn verworven smiley het oude schaamtegevoel van de fout. Natuurlijk zijn dit geen man over boord fouten, maar daarom juist wel heel prettig oefenmateriaal. En doordat ik niet doorschoot in de emotie en de vernietigende greep van het falen, was ik in staat om de fout snel te herstellen. Het ondenkbare gebeurde. Ook ik ging toen na het maken van een fout zingend naar huis.
Fouten maken is belangrijk zowel voor het individu als voor de organisatie. Ontwikkeling en innovaties komen alleen tot stand als er iets nieuws uitgeprobeerd wordt. En aangezien nieuwe dingen proberen zelden in één keer goed gaat, is het handig om anders te leren kijken naar fouten. Hieronder een viertal tips die mij geholpen hebben om milder naar mijn eigen geblunder te kijken:
1. De fout als succesversneller
Je bent een mens en mensen maken fouten. Ook al wil je dat liever niet. Toch zal het zo nu en dan gebeuren. Over het algemeen gaat het maken van fouten gepaard met een vervelend gevoel. De mens is geprogrammeerd op het voorkomen van pijn, daarom is de natuurlijke impact op het leervermogen bij het maken van fouten groter dan bij het behalen van successen. Snel leren doe je dus door het maken van veel fouten. Succesvolle mensen durven fouten te maken. Leren daarvan. Maken nieuwe fouten en worden beter. Samuel Beckett zei daar het volgende over; Ever failed, ever tried, no matter, try again, fail again, fail better. Stel je voor dat je altijd veilig in je comfortzone blijft zitten. Dat zou betekenen dat je ontwikkeling stilstaat. Bij het aanleren van nieuwe vaardigheden en het buiten de comfortzone opereren zal er ongetwijfeld iets misgaan. Je bent immers bezig met iets waar je nog geen ervaring mee hebt, het zou onmenselijk zijn als je alles meteen tot in de perfectie kan uitvoeren. Daarom is het belangrijk om anders te leren kijken naar fouten. Te accepteren dat ieder mens ze maakt en ervan te leren. Ook hier geldt zonder wrijving geen glans!
2. Wees mild voor jezelf
De meeste mensen beoordelen zichzelf een stuk strenger in vergelijking tot de wijze waarop ze dat bij anderen zouden doen. Wanneer iemand anders een uitglijder maakt, horen ze zichzelf sussend zeggen: ‘Ach, joh, zo erg is het ook weer niet.’ En dat is ook zo. Alleen vertrekt die wijsheid spontaan wanneer ze zelf van de glijpartij zijn. Je bent vaak zelf je grootste martelaar. Je kan jezelf letterlijk ziek maken met zelf straffende en niet realistische gedachten. Best gek en reuze onhandig als je erover nadenkt. Streng doen naar jezelf is alleen nuttig als het je verder brengt in de richting waar je heen wilt. Buikpijn of een migraineaanval helpen je daar niet bij. Je maakt de situatie er voor jezelf alleen maar moeilijker door. Elimineer daarom dat negatieve strenge stemmetje in je hoofd. Stuur hem terug in zijn hok, hang er een dik slot om en haal de zelf-coach van stal. Zie de zelf-coach als jouw aller-aller-maar-dan-ook-echt-allerbeste vriend. Als iemand die je alleen het allerbeste gunt. Wat zou je allerbeste vriend in deze situatie tegen je zeggen? Ik weet zeker dat dat een heel ander verhaal is, dan wat de meeste mensen van zichzelf eisen. Het wordt een verhaal waar je op een prettige manier mee verder kan.
3. Maak het niet groter dan het is
De fout is gemaakt. Dat is een feit. Probeer het omgaan met de fout daarom ook feitelijk aan te vliegen. Bekijk het objectief en in verhouding met het grotere geheel. Plaats de fout in de juiste context en maak het niet groter dan het in werkelijkheid is. Met het in paniek schieten en jezelf van alles en nog wat verwijten wordt de fout niet hersteld. Kwellende gedachten als “ik had dit moeten voorkomen” en “wat zullen anderen nu van me denken?” maken de fout een stuk zwaarder voor jezelf. Aan dit soort “had ik maar” zelf straffende gedachten heb je niks. Een rationele feitelijke aanpak helpt je de fout niet groter te maken dan die daadwerkelijk is. Bovendien heb je je concentratie hard nodig voor het in kaart brengen van de fout en het bedenken van een oplossing.
4. Geef je fout toe en geef aan hoe je dit gaat herstellen
Probeer niets weg te moffelen of de schuld op iemand anders af te schuiven. Dit maakt het alleen maar erger. Voordat je het weet ben je meer aan het verdoezelen dan in eerste instantie nodig was. Wees ook voorzichtig met “als …dan …” argumenten. Dit is namelijk ook verkapt afschuiven en anderen of situaties mede verantwoordelijk maken voor de fout. Bijvoorbeeld “Als Klaas zijn cijfers op tijd aangepast had, dan keken we nu naar een correcte versie” of “Als Jan niet drie weken was wezen skiën, dan had ik wel tijd gehad om een flinke vinger aan de pols te houden bij dit project.” Vertel zo snel mogelijk wat er feitelijk fout ging en wat daar de gevolgen van zijn. Geef aan wat je gaat doen om de fout te herstellen of vraag daar advies of hulp bij. Je zal verstelt staan hoe hulpvaardig je collega’s zijn als je je kwetsbaar opstelt en ze vraagt om je uit de brand te helpen.
In mijn volgende blog zal ik ingaan op het belang en de meerwaarde van het maken van fouten en uitleggen hoe je een open cultuur creëert waarbij fouten maken medewerkers en de organisatie naar een hoger niveau tillen.
Josien de Groot
op 26 Jun 2017