Afgelopen jaar wilde ik de Sinterklaasavond helemaal anders aanpakken. Omdat we bezig zijn met het schrijven van een boek over een waarderende cultuur op de werkvloer heb ik veel research gedaan naar het effect van het geven (en krijgen) van complimenten. Om dit eens in de praktijk te brengen bedacht ik een plan; we gaan elkaar op 5 december geen fysiek kado maar een compliment geven!
Ik vond het zelf een heel erg leuk plan maar mijn 4 pubers dachten daar duidelijk anders over. Ik kreeg grote weerstand en de : “ik heb liever gewoon geld”, “ik weet helemaal niks leuks over hem/haar te zeggen” en “jij ook altijd met je suffe plannen” vlogen me om de oren. Tja, bij pubers is het vaak een kwestie van “choose your battles” en deze besloot ik toch echt te gaan voeren!
Ik printte papiertjes uit met alle namen (inclusief mijn eigen naam!) van de gezinsleden en bovenaan stonden de zinnen: “ik wil jou graag een compliment geven omdat” of: “wat ik heel bijzonder vind aan jou is….” En ik kocht 2 bakken Ben & Jerry ijs en dreigde dat degene die zijn papiertje niet had ingevuld niet meedeed met het toetje; een fantastische stok achter de deur mag ik wel zeggen….(ok, niet geheel pedagogisch verantwoord maar ach, soms heiligt het doel de middelen).
Het is uiteindelijk één van mijn meest gedenkwaardige sinterklaasavonden ooit geworden: iedereen heeft de mooiste uitspraken naar elkaar gedaan, de liefste complimenten werden uitgedeeld, tranen van ontroering stroomden en ook ik als moeder hoorde voor de verandering eens wat ik nu wél (of best wel) leuk deed. Over één ding waren we het allemaal eens: dit complimentenplan was een topplan!
Dit leuk uitgepakte experiment drukte me weer eens met de neus op de feiten: we doen dit veel te weinig, terwijl het zo ontzettend belangrijk en leuk is!
Het is belangrijk om regelmatig waardering uit te spreken naar elkaar. Dat geldt zeker ook op de werkvloer. Medewerkers voelen zich vaak ondergewaardeerd. Terwijl zowel het geven als het krijgen van een compliment een grote positieve impact heeft op mensen. Mensen zijn sociale dieren met een grote behoefte om ergens bij te horen en door andere mensen gezien, gehoord en erkend te worden. Ook willen we weten dat het zinvol is wat we doen op ons werk.
Met complimenten bereik je meer
Volgens “complimentenprofessor” Marius Rietdijk die een proefschrift schreef over de invloed van beloning en straf op werkprestaties is een compliment het beste middel om gedrag te veranderen. Het werkt sterker dan een bonus; die krijg je pas aan het eind van het jaar. Terwijl het geven van een compliment direct kan na het vertonen van goed gedrag. Rietdijk voert het terug op het gedragverklarende ABC model: Antecedenten (factoren die aan het gedrag vooraf gaan), Behaviour (gedrag zelf) en Consequenties. Om bepaald gedrag te stimuleren is de consequenties aanpakken 80 procent meer effectief dan de antecedenten aanpakken. Dus het werkt beter om iemand ná het gedrag te belonen of te straffen dan vooraf. En van straffen en belonen zijn beloningen het meest effectief. Dus liever belonen met complimenten dan kritiek geven.
Koppel een compliment aan bepaald gedrag en de kans is groot dat je het gedrag vaker gaat vertonen in de hoop vaker complimenten te krijgen. Op het moment dat we een compliment ontvangen krijgen onze hersenen een shot dopamine (gelukshormoon); je doet ertoe en wordt gezien.
Wat maakt dat we zo weinig complimenteren?
Over het algemeen zijn we veel beter in het benadrukken van wat fout gaat. Al van jongs af aan krijgen we te horen wat we fout doen; op school (vaak met rode pen!), van ouders, sporttrainers, coaches enz. Als je een schoolrapport bekijkt, wordt er automatisch gefocust op de zaken die minder scoren; Stel, een kind komt thuis met een rapport met alleen maar zevens en achten. Er staat alleen een vier tussen. Vaak wordt dan het gesprek gevoerd over de vier (hoe komt dat nou, moet je toch harder werken, etc) en gaat het niet meer over alle goede cijfers.
Waarom wordt er bijna nooit iets gezegd als het wél goed gaat?
Natuurlijk, soms moet er iets verbeterd worden. Het is alleen de vraag of de focus op wat fout gaat werkt.
In het calvinistische Nederland is er altijd het risico dat iemand denkt: wat zou hij/zij met dat compliment bedoelen? Wat wil hij/zij daarmee bereiken? Terwijl niemand twijfelt als er kritiek wordt gegeven: daarvan geloven we direct dat de ander het oprecht meent.
Soms is er ook gêne bij managers om complimenten te geven of te ontvangen. Als je heel erg streng bent voor jezelf is het lastig om de (kleine) goede daden bij een ander op te merken. En dan is er ook nog de foute aanname dat medewerkers minder hard gaan werken als je ze complimenteert.
Daarbij komt dat het geven van een compliment een tijdsinvestering is. Je moet écht kijken wat de ander doet en er ook de tijd voor nemen om het te geven. Door het geven van een compliment leg je een emotionele verbinding die de relatie tussen twee mensen verstevigt. Dat is eng voor sommige mensen dus vaak is het makkelijker om het maar niet te doen.
Ook is een vaak gebruikt excuus dat het te slijmerig zou kunnen overkomen. Dus vraag jezelf eens af: wanneer was de laatste keer dat ik iemand een compliment gaf? Doe ik het vaak genoeg? Hoe denk ik eigenlijk over complimenten? Kan ik ze zelf wel ontvangen? Bedenk dat het niet over jou gaat, maar over de ander. Zou jij het leuk vinden om te horen wat je tegen de ander wil zeggen? Zo ja, doe het dan gewoon.
Weet dat het meer dan de moeite waard is om te investeren in het geven van een gemeend compliment.
Het is duidelijk dat het goed is om je waardering uit te spreken. Ik kan het iedereen aanraden om het te gaan doen; niet alleen op je werk, maar ook thuis zul je zien dat het wonderen doet!
Het juiste compliment geven valt niet altijd mee. Over hoe je het beste een compliment geeft, gaat mijn volgende blog.